Communicatie
Beide hebben we in onze studies (Sociaal cultureel werk) en job (politie dienst diversiteit) te maken met communicatiestrategieën. Hoe kan je optimaal communiceren. Bij ons gaat het voornamelijk rond interculturele communicatie, maar wat we zien is toepasbaar in het algemeen. Wij staan alle twee positief t.o.v. deze communicatieoefeningen. Vinden dat interessant en ook toepasbaar in theater. Leren communiceren, rollenspellen, maar ook omgaan met elkaar.. Het is belangrijk. En het is mooi meegenomen dat ze het ook kunnen gebruiken in hun dagelijkse leven (dat hebben ze nu nog niet door, maar dat komt wel).
We geven jullie hieronder een lijstje van de oefeningen die we al deden. We kunnen jullie zeggen dat onze leden het zeer goed deden. Soms zelfs beter dan enkele volwassenen, die er toen wij het deden niet veel van terecht brachten!
We geven jullie hieronder een lijstje van de oefeningen die we al deden. We kunnen jullie zeggen dat onze leden het zeer goed deden. Soms zelfs beter dan enkele volwassenen, die er toen wij het deden niet veel van terecht brachten!
Maak het na
De bedoeling is dat twee kinderen rug aan rug zitten. Ze krijgen elk precies het zelfde aantal blokjes, in dezelfde kleuren en dezelfde groottes. Het ene kind krijgt even de tijd daar een bouwwerkje van te maken. Hij/zij moet dan zo goed mogelijk proberen uitleggen aan het andere kind hoe zij hetzelfde bouwwerk kan maken. Die mag ja/nee-vragen stellen als het niet helemaal duidelijk is. Op het einde kijken we na in hoeverre de blokjes op elkaar gelijken. In het begin (zowel bij kinderen als volwassenen) zien we dat de twee niet op elkaar gelijken. Omdat de 'maker' niet effectief communiceert. Ze zegt bv. zet het rode blokje op het blauwe. Dat is wel juist, maar op welke manier? Er volledig op, of dwars erop, of meer naar links, meer naar rechts? We zorgen dat ze leren uit hun fouten. Een ander koppel doet het opnieuw, zij zagen wat er misliep en kunnen het uiteraard al beter dan het eerste koppel.
Rollenspel gemeenteraad
We maakten een een kaart van een gemeente. Compleet met een straat, een bos, een treinspoor met een station. Elk kind kreeg een blokje. De gemeenteraad start. Eerst werd een rondje gehouden wie welk gebouw wou plaatsen in de gemeente en waar! Zo kwamen we tot een bank, een fabriek, een kerk enz. ... Toen moesten ze met twee, nadien drie en zo met heel de gemeenteraad in discussie gaan. Want iedereen wou zijn plaatsje opeisen, iedereen wou de beste plaats voor zijn bank. Ze moesten ook argumenteren waarom ze juist daar hun bank wouden plaatsen. Sommige gaven we een opdracht. Zo moest een kind het bos beschermen. De kinderen moesten compromissen vinden; En uiteindelijk werd elk gebouw in de gemeente geplaatst op een plek waar het voor iedereen oké was. Het meisje die het bos moest beschermen heeft er zowaar tranen voor gelaten maar ook zij was uiteindelijk tevreden dat slechts 1/4de van het bos moest verdwijnen.
We maakten een een kaart van een gemeente. Compleet met een straat, een bos, een treinspoor met een station. Elk kind kreeg een blokje. De gemeenteraad start. Eerst werd een rondje gehouden wie welk gebouw wou plaatsen in de gemeente en waar! Zo kwamen we tot een bank, een fabriek, een kerk enz. ... Toen moesten ze met twee, nadien drie en zo met heel de gemeenteraad in discussie gaan. Want iedereen wou zijn plaatsje opeisen, iedereen wou de beste plaats voor zijn bank. Ze moesten ook argumenteren waarom ze juist daar hun bank wouden plaatsen. Sommige gaven we een opdracht. Zo moest een kind het bos beschermen. De kinderen moesten compromissen vinden; En uiteindelijk werd elk gebouw in de gemeente geplaatst op een plek waar het voor iedereen oké was. Het meisje die het bos moest beschermen heeft er zowaar tranen voor gelaten maar ook zij was uiteindelijk tevreden dat slechts 1/4de van het bos moest verdwijnen.
Wat koop ik met 10 centjes...
Tien centjes kreeg elk kind, en een heel blad vol zaken die verkocht werden. Van snoep (hoe kan het ook anders!), tot fruit, groenten, frieten, kleding, speelgoed, een gsm en boeken. Alles heeft zijn prijs. Snoepen zijn duurder dan fruit. De gsm kostte zelfs 10 centjes! Het was een individuele opdracht. Aan wat geef ik geld en waarom? Geef ik al mijn geld uit voor twee zakjes snoep? Of koop ik groenten en fruit en kan ik uiteindelijk nog 1 snoepje kopen? Of koop ik de gsm en heb ik geen geld meer over? Ze mochten elkaar ook kritisch bevragen. Waarom koop jij snoep en geen gezonde dingen? Een oefening rond keuzes maken, wikken en wegen...
Tien centjes kreeg elk kind, en een heel blad vol zaken die verkocht werden. Van snoep (hoe kan het ook anders!), tot fruit, groenten, frieten, kleding, speelgoed, een gsm en boeken. Alles heeft zijn prijs. Snoepen zijn duurder dan fruit. De gsm kostte zelfs 10 centjes! Het was een individuele opdracht. Aan wat geef ik geld en waarom? Geef ik al mijn geld uit voor twee zakjes snoep? Of koop ik groenten en fruit en kan ik uiteindelijk nog 1 snoepje kopen? Of koop ik de gsm en heb ik geen geld meer over? Ze mochten elkaar ook kritisch bevragen. Waarom koop jij snoep en geen gezonde dingen? Een oefening rond keuzes maken, wikken en wegen...